In een ander stuk schreef ik dat mijn vader mij erg graag (iets té) wilde horen zingen. En hoe deze aansporingen het tegenovergestelde effect hadden.

Wat ik nog niet vertelde is de grote mate waarin mijn vaders  obsessie met mijn stem me van het zingen heeft afgehouden. Dus vandaag het hele verhaal. En laat ik me niet beperken tot ‘daddy issues’. Anders voelt mama zich buitengesloten.

Waarom vertel ik mijn verhaal? Omdat ik hoop dat anderen er iets aan hebben. Ik geef ook een paar tips om van podiumangst af te komen.

Geen ernstige podiumangst hier: piano spelen voor anderen was eng maar te doen

Mijn stem, mijn moeder en ik

Ik was 7 toen mijn moeder vroeg of ik voor opa wilde zingen. In die tijd zong ik soms nog hardop thuis, maar was al zelfbewust op dit punt. Mensen luisteren, ik sta in de spotlight. Dus ik weigerde te zingen op mijn moeders verzoek.

Een jaar of 4 later zong ik voor mezelf op mijn kamer en keek over mijn schouder. Ik zag dat mijn moeder had staan luisteren. Dat was de druppel. Mijn vader had al lang het privilege verloren om mij te horen zingen – nu was mijn moeder ook de pineut.  Toen ik 12 was, ging ik voor het eerst naar een middelbare school met kunstopleiding. Ik studeerde er piano. Ik ging in het koor van de school en thuis kwamen de opmerkingen meteen: waarom zing je geen solo? Je hebt zo’n mooie stem. Nou papa, je hebt het zonet voor elkaar gekregen: dat gaat NOOIT gebeuren.

Dus nu was de school ook uitgesloten. Ik meldde me niet één keer aan voor een solo. Ik ben eens naar de tweewekelijkse zangles geweest. Ik stopte omdat een vriendin zei dat ze me door de deur had horen zingen. Stel je voor: iemand zou aan mijn ouders kunnen vertellen dat ik zong op school. Ze zouden vragen waarom ze mij niet mochten horen en de school wel. Geen denken aan dat ik me liet betrappen.Zo lang er mensen luisterden, weigerde ik simpelweg te zingen.

Jammer dat ik geen foto’s heb van dat ik zing in de jaren van mijn podiumangst. Hier speel ik piano en mijn zus klarinet

Maar ik wilde zingen. Het zat diep. Mijn vader had gelijk en mijn moeder deed uiteraard niets verkeerd. Ze wilden me alleen maar aanmoedigden om te zingen: het meest natuurlijke wat er is. Ze wezen er ook op dat ik het goed kon. Ik zong wel in die tijd, bijvoorbeeld in lege bussations. En nog later, in het leger, voelde ik me vrijer: de reservisten gingen steeds na een paar weken alweer naar huis.

Liefde laat zich niet verloochenen

Nu zing ik voor tientallen of honderden mensen. Ik vind het fijn op het podium. Hoe is die omslag gegaan?

Het begon toen ik uit huis ging. Ik had het plan opgevat om zangles te nemen, gewoon voor de kick. Mijn ouders hoefden het niet te weten. Ik had een telefoonnummer van een zangleraar. Natuurlijk stelde ik het bellen uit. Mijn huisgenoot en goede vriend stond op een bepaald punt tegen me te SCHREEUWEN dat ik moest bellen. Na de derde les betrapte ik mezelf erop dat ik aan het rennen was naar de bushalte – erg ongebruikelijk voor mij in die onsportieve tijd van mijn leven. Een geweldig gevoel had bezit van me genomen, een gevoel dat ik ergens van kende. Waarvan? Juist, van die keer dat ik de jongen kuste op wie ik al maanden verliefd was.

Dus dit was liefde? Ik denk het, al die jaren al, en nu was zingen van mij.

Ik kon er niet meer onderuit: ik zou blijven zingen. Mijn ouders zouden erachter komen – maar er was geen weg terug. Ik moest over mijn angst heenkomen.

Fase 1 afkomen van podiumangst: daag jezelf uit

Ik dwong mezelf in het begin om om te gaan met genante of enge situaties.

Allereerst in de les: ik deed alles wat de lerares van me vroeg, zonder tegenstribbelen. Voor mijn lerares waren het alledaagse dingen – voor mij waren ze ondenkbaar. Bijvoorbeeld toen ze me voor een spiegel zette: ik dacht dat ik doodging. Maar ik deed het. Als de volgende student vroeg arriveerde, moest ik voor hem of haar zingen, wat in het begin verlammend werkte. Maar ik deed het. Ik ging oefenen waar mijn huisgenoot bij was – dezelfde huisgenoot die me had toegeschreeuwd dat ik les moest nemen. Ik moest elke paar seconden een pauze nemen om weer een laag kleding af te doen – het werd plots heel heet. Ik verzon smoesjes om te kunnen stoppen. Ik had nog een lange weg te gaan.

Mijn coming out

Toen kwam de dag van mijn coming out. Ik ging naar mijn ouderlijk huis. Natuurlijk begon ik niet zomaar te zingen – wat dacht je? Dit was een big deal. Eerst vroeg ik mijn vader en moeder om te gaan zitten, want ik had iets te vertellen. Ik bouwde de spanning een lange minuut op. Ze vroegen zich ongetwijfeld af wat voor groot nieuws ik te vertellen had: was ik lesbisch? Had ik besloten om een orthodoxe Jood te worden? Was ik terminaal ziek?…. Je kunt je hun opluchting voorstellen. ‘Zangles! Prima – is dat alles?!’ Precies de reactie waar ik op hoopte.

Ik was er klaar voor om thuis te oefenen – hoewel ik dat eigenlijk niet wilde. Maar het was een geval van het heilige moeten. Ik sloot mezelf op in mijn kamer, deed het licht uit en deed alsof er niemand thuis was. Ze waren er, ze luisterden natuurlijk, en ik was me daar pijnlijk van bewust. Maar ik zong, om te beginnen sessies van 5 tot 10 minuten, totdat ik eraan gewend was.

Fase 2: een publiek vinden

Omdat ik nog niet gevorderd genoeg was om een graad in klassieke zang te halen – dat was wat ik wilde – besloot ik om de richting componeren te doen bij de Jerusalem Music Academy. Wat bezielde me? Ik ben geen componist. Maar ik moest mijn opleiding ergens beginnen.

Ik liet mijn zanglerares meteen weten dat ik aan het eind van het jaar auditie wilde doen voor de richting zang. Ze zei dat ik er nog niet klaar voor was. Maar voor mij was het alles of niets. Als ik niet kon zingen, zou ik helemaal stoppen met het conservatorium.

Tijdens mijn jaar als student compositie ging ik bij het koor en leerde alle zangers kennen. Ik ging naar wekelijkse concerten om ze te zien optreden. Ik leerde veel. Tegen de tijd dat ik auditie moest doen, vroeg ik ze allemaal om naar me te luisteren en met feedback te komen.

Ik voelde me in die periode al wat minder onzeker als mensen me hoorde zingen. Hoe dan ook, ik moest en zou zingen, dus had geen keus. Ik studeerde het hele jaar hard en werd toegelaten. Als eerstejaars van de zangopleiding lukte het me om voor verschillende collega’s en leraren te zingen. Ik kon mezelf er toe zetten om op het podium te stappen. Maar daar was het meeste mee gezegd: ik functioneerde nog niet goed als performer. Maar ik deed steeds mijn best bij mijn optredens op die concerten. Langzaamaan lukte het me beter om mijn stem – en knieën – onder controle te krijgen.

De vriendelijke gezichten in het publiek hielpen absoluut. Soms focuste ik me op hoe iemand zat te kijken en luisteren, op die connectie. Misschien voelden zij bij dit stuk muziek wel hetzelfde als ik, bij dit dramatische stuk. Soms maakte ik het mijn missie om mensen in het publiek te zoeken die niet zo geïnteresseerd waren, en zong ik speciaal voor hen. (een advies dat ik kreeg van mijn lerares uit die tijd: Robin Weisel-Capsouto). Zo werd het optreden meer een spel, een experiment. Veel makkelijker om mee om te gaan. Ik zong in groepslessen en was altijd op zoek naar mogelijkheden om voor een publiek te staan en te zingen. Ik moest dit onder controle krijgen op de een of andere manier. Een keer greep ik de gelegenheid aan om auditie te doen voor een rol voor een alt – nee ik ben een sopraan, maar mijn hoge noten waren niet best in die tijd. Ik kreeg de rol.

Fase 3 – doe wat eerst ondenkbaar was

Een korte solo van maar 5 minuten, maar met het koor en het orchest van het conservatorium. Dus nodigde ik mijn familie uit voor het concert. Dat was twee jaar nadat ik had besloten dat ik zou gaan zingen. De cirkel was eindelijk rond! Nog ongeveer een jaar later was ik eindelijk goed genoeg om ook op het podium mijn stem helemaal in de hand te hebben. Ik kon spelen met mijn expressie, met de timing en interpretatie.

Natuurlijk had ik nog een lange weg te gaan – maar wie niet. Artiesten zijn nu eenmaal zelden tevreden met hun eigen kunst. We moeten het hebben van de zeldzame, onschatbare momenten dat alles op zijn plek valt.

Hoe vaker ik het podium beklom, of zong voor mensen – des te meer controle kreeg ik over mijn optredens. En des te meer momenten waarop het even allemaal klopte.

Dit ben ik tijdens een optreden tijdens mijn derde jaar aan het conservatorium – het grootste deel van mijn podiumangst had ik toen achter de rug

Fase 4: je podiumangst accepteren

Misschien vraag je je af of je ooit afkomt van je podiumangst. Het antwoord is dat je er vanaf komt en ook weer niet.

Het feit dat ik nu in mijn element ben op het podium, betekent niet dat ik geen zenuwen meer voel. Ik voel mijn hart nog kloppen en mijn ademhaling versnellen. Maar ik ben vertrouwder met deze sensaties. Ik weet dat het optreden ok zal zijn. Ik weet waarop ik  moet focussen. Namelijk de ervaring die ik mijn publiek wil geven.

Ik stap het podium op en ben nerveus, maar op een goede manier – omdat ik weet dat het NIET gaat om het NIET hebben van podiumangst. Het gaat erom dat je ermee zingt. Laat je zenuwen je leiden naar een verrassend, beter optreden. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. In de loop van de jaren heb ik geleerd dat mijn lichaam de neiging had te blokkeren in de vloed van adrenaline. Mijn lichaam zei: doe het niet, ga naar huis. Ook als het de solo was die ik zo graag had gewild. Waarom protesteerde mijn lichaam dan?

Workshop Podiumangst

Misschien iets voor jou, als je dit artikel interessant vindt. Ik geef namelijk niet alleen zangles maar help sprekers en performers ook met podiumangst. Workshop Overcome Stage fright.

Het kostte me even om te snappen dat deze adrenaline gewoon onwennig is voor mijn lichaam. Ik was er niet aan gewend en interpreteerde het als iets slechts. Maar ik realiseerde me op een bepaald moment dat ik deze zenuwen ook anders kon interpreteren. Ik ben van vlees en bloed, ik ben zenuwachtig voor ik het podium op ga. Dat is volkomen normaal en het is goed. Het geeft aan dat ik op het punt sta te gaan doen waar ik zo lang voor gewerkt heb.

Als je niet meer weg probeert te rennen voor je angst, als je niet langer probeert om deze te beheersen, dan accepteer je je gevoel. Dit is mijn moment en daarom voel ik me zo. Cool.Een collega van me, Abigail Amster, die ik pas interviewde, vertelt over adrenaline voor een show en hoe zij ermee omgaat:

Abigail Amster, creator of Vocal Yoga

Abigail Amster, bedenker van Vocal Yoga

quote-left

 “Ik herinner me, ongeveer 3 jaar geleden. Ik had een televisie-optreden. Voor opkomst voelde ik mijn hart tekeergaan en ik zweette als een gek. Ik ging naar buiten, ik kon amper bewegen, zo gespannen was ik. Dus begon ik mijn handen een beetje te rollen, mijn borstkas wat te openen… al snel strekte ik mijn armen, deed dansoefeningen… en langzaam begon mijn ademhaling zich te openen en kwam ik weer tot mezelf. Steeds dacht ik bij mezelf: hoe kan ik goed doen voor anderen.

Abigail is ook yoga-docent. Ze leerde haar zwaktes te accepteren, ook de stress. Ze ontdekte dat je, als je stopt met vechten tegen de angst, deze een beetje wegebt. Nadat je de angst even hebt ‘laten leven in je lichaam’. Lees ook mijn artikel over hoe goed yoga is voor zangers.

Waarom werd ik zo gekweld? Waarom wij allemaal?

Wie weet waar mijn extreme podiumangst vandaan kwam. Ik had als kind de gewoonte ontwikkeld om de aandacht niet op mezelf te vestigen. Om de good girl te zijn, de vlijtige leerling, het kind dat nooit voor problemen zorgt.

Als ik zong, stond ik in het centrum van de aandacht. Om de een of andere reden wilde ik dat niet. Ik verborg mezelf, met als resultaat dat de aandacht extra groot was als iemand me bij uitzondering hoorde zingen. De ironie.Hoe dan ook, ik kwam van mijn podiumangst af. Hij zat diep, maar was kennelijk te verhelpen. Ik kwam ervanaf: dan kan iedereen het. De moraal van het verhaal: als je maar graag genoeg wilt zingen, is het een kwestie van tijd.

En laat niemand je wijsmaken dat je er nog niet klaar voor bent. Dat hoorde ik een keer – en toen heb ik dit advies niet opgevolgd. Maar dat is een ander verhaal…

Wat is jouw ervaring met podiumangst?

Third phase of healing – do the (what used to be) unthinkable

Ik hoor graag waarmee jij zat, of waar je nog steeds mee zit.  Niet verlegen zijn, vertel het in de comments 🙂

En geniet van het zingen!

Boek een zangles